Thursday, June 16, 2005

De kunst van het lui zijn

onderstaand artikel werd gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 11 april 2005

Als rechtgeaard fan van de Russische romanheld Ilja Iljitsj Oblomov werd ik afgelopen maandag onaangenaam getroffen door de manier waarop deze werd getypeerd als ‘het prototype lummelaar’. Hij werd hier gebruikt als afschrikwekkend voorbeeld in het artikel over jongeren die de ganse dag voor de televisie hangen, of anderszins er niet toe komen om na hun opleiding iets nuttigs te gaan doen.
Het was mij verder ook volslagen onduidelijk wat Gontsjarov’s creatie verder in het artikel te zoeken had. Hij werd als voorbeeld gebruikt, maar een goede lezing van het boek maakt duidelijk dat hij eerder een anti-voorbeeld is in deze problematiek.
Oblomov is niet zomaar lui, ondanks dat hij zo’n honderdvijftig pagina’s nodig heeft om uit zijn bed te komen, overigens ook geen geringe prestatie. Nee, Oblomov heeft het nietsdoen tot kunst verheven, hij is zogezegd esthetisch lui.
Zijn luiheid komt voort uit en afkeer van de wereld met haar eeuwige haast, haar geraas, met de doorgaande drukte. Het best wordt dit geïllustreerd wanneer zijn succesvolle Duitse vriend Stolz hem voorhoudt hoeveel geslaagde transacties, recepties, visites en dergelijke een mens op een dag kan afwerken wanneer hij er een efficiënte agenda op na houdt, en een grote dosis energie ten toon spreidt.
‘Maar wanneer leven die mensen dan’, roept Oblomov hierop uit met een mengeling van pathetische verbazing en ontzetting.
De problematiek van de hangjongeren voor de TV lijkt evenzeer voor te komen uit het vluchten uit een dolgedraaide maatschappij, waarin vooral het door onze leiders in Den Haag voorgestelde mogelijkhedenparadijs voor velen lijkt te vervallen tot een vijandige wildernis van keuzen die we liever nog maar even uitstellen.
Uit het artikel begrijp ik echter dat bij deze jongeren veleer sprake is van onmacht of zelfs wanhoop, dan van een gekozen leefstijl waarin de luiheid tot kunst wordt verheven, waarin de afkeer van de op hol geslagen wereld vooral een existentiële keuze is.
Natuurlijk, ook bij Oblomov klinkt de frustratie over zijn onmacht om tot iets te komen door in zijn klaagzangen. Het niet kunnen wordt echter bij hem over het algemeen overheerst door een grondtoon van een niet willen.
De afloop van het boek is bekend. Nadat eerst een beeldschone, pianospelende jongedame van adel vruchteloos geprobeerd heeft onze held uit zijn lethargie te wekken, trouwt Oblomov met een eenvoudige werkvrouw, waarbij hij vooral valt voor haar ‘dikke, vlijtige bovenarmen’. Bij haar sterft hij uiteindelijk in een toestand van een gelukzalig vacuüm.
Maar er is nog een verschil tussen Oblomov en de hangbankjongeren. Gontsjarov weet zijn personage zo neer te zetten dat de lezer ondanks al zijn onhebbelijkheden en redeloze eigenaardigheden toch een zwak zal krijgen voor deze hulpeloze stijfkop. Van Oblomov kun je houden.
Van hangbankjongeren houden wij natuurlijk ook, maar toch wel met het dringende advies aan hen om eens iets te gaan doen. Vanuit een theatraal tegendraadse grondhouding niets doen is heel iets anders dan leegte zonder inhoud, zelfs als het gaat om de verschillende vormen van luiheid. Niet voor niets blijken mensen vaak een zwak te hebben voor medemensen die radicaal voor een afwijkende leefstijl kiezen, mits hierin maar iets van authenticiteit in weerklinkt.
De schrijver Koos van Zomeren verwoordde het eens zo, over de tijd dat hij dagelijks een column verzorgde voor het NRC-Handelsblad: ‘aan het eind van een lange werkdag komen mensen thuis en lezen de krant. Voor deze hardwerkende mensen is het een soort van troost dat er tenminste één persoon in Nederland is die kan leven van nietsdoen’.
Op de bank hangen kan iedereen, maar de kunst van het lui zijn beheersen is weinigen gegeven.

Saturday, June 11, 2005

Aangenaam

Mijn naam is JW,
ik ben, pardon, ik heb een karretje,
zoals je ziet,
vanwege mijn spierziekte, heet congeniale myopathie,
die ziekte dan,
karretje gaat vijftien kilometer per uur,
ja, op accu’s,
ongeveer twintig kilometer op maximale snelheid,
in wandeltempo meer.
Dan opladen inderdaad, minstens zes uur.
Wat betreft dat biertje,
haha, ach, zolang ik rechtuit rij loopt dat wel los.
Nou, ja, prettig eens kennis te hebben gemaakt.

Tuesday, May 24, 2005

Groningen is het land,
zegt men,
waar de koeien mooier
dan de vrouwen zijn.
Maar dat geldt natuurlijk
niet voor jou
zeg ik tegen
iedere vrouw